
Aquacultuur wordt momenteel geprezen als een van de snelst groeiende voedselsystemen ter wereld, met een groei van een paar miljoen ton in 1950 tot meer dan 90 miljoen ton per jaar in recentere tijden. Dit heeft de hoop aangewakkerd dat de aquacultuur in zijn eentje kan voldoen aan de wereldwijde vraag naar vis, die de wilde visbestanden ernstig heeft uitgedund.
Onderzoekers hebben potentiële productie gemodelleerd en manieren voorgesteld om de aquacultuur uit te breiden op basis van geschikte viskweekgebieden. Sommigen kwamen tot de conclusie dat de productie 100 keer verhoogd kon worden. Als je de hele wilde vangst zou willen vervangen, zou slechts 0,015% van het zeegebied nodig zijn.
Een onderzoeksteam van het GEOMAR Helmholtz Center for Ocean Research in Kiel onderzocht deze zeer optimistische inschatting. Het resultaat is ontnuchterend. De wereldwijde ontwikkeling van de aquacultuur van vis en schaaldieren werd onderzocht.

Kan aquacultuur voldoen aan de vraag naar eetbare vis?
Op basis van de beschikbare gegevens is vastgesteld dat de groeicijfers afnemen, d.w.z. dat de productie haar maximum nadert. De FAO, Wereldbank en OESO verwachten in 2030 een gemiddelde jaarlijkse vraag naar eetbare vis van meer dan 170 miljoen ton. Deze instellingen daarentegen verwachten dan een productie van 100 miljoen ton. Dit komt voort uit een jaarlijkse uitbreiding van de aquacultuur met 2%.

Kunnen we de aquacultuur niet verder uitbreiden?
Om de vereiste verdrievoudiging van het groeipercentage tot 6% te bereiken, zijn aanzienlijke vorderingen op het gebied van onderzoek en management vereist. Aan de andere kant zijn er ook tegengestelde factoren die de productie remmen. Zo heeft de Covid-pandemie de expansie flink afgeremd. Daarbij komt nog de ongelijke verdeling van productie en consumptie. China's aandeel in de productie van aquacultuur is meer dan de helft, terwijl in Zuid-Amerika wildvang domineert en moet worden vervangen.

Het ontnuchterende resultaat
De verwachting dat de zeeën leeggevist kunnen blijven worden en dat het onvermijdelijke gebrek aan voedselvis door aquacultuur kan worden gecompenseerd, is een illusie. Het is niet geheel onterecht erop te wijzen dat de al te optimistische hoop voor de aquacultuur een argument is om door te gaan met de kortzichtige exploitatie van zeeën en wateren en om de eisen voor de bescherming van het waterleven te ondermijnen.
Bron: https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fmars.2022.984354/full