Eind juli werden in Polen al grote aantallen dode vissen opgemerkt. De vissterfte in de Oder verspreidde zich als een golf naar Duitsland.
Het vermoeden van illegale lozingen van giftige stoffen was niet geheel onterecht. Maar deze keer waren giftige algen dodelijk voor de vissenwereld.
Een Pools instituut voor binnenvisserij heeft zeldzame micro-organismen, de zogenaamde goudalgen, kunnen detecteren in watermonsters uit de Oder. In de algenbloei vermenigvuldigen ze zich massaal en kunnen dan dodelijk giftig zijn voor vissen en mosselen. De mens heeft echter niets van hen te vrezen.
De algenbloei werd echter alleen mogelijk gemaakt door een hoge zoutconcentratie, aangezien de goudalg een brakwateralg is. De bloem verklaart de aanzienlijk verhoogde waarden voor zuurstof, pH en chlorofyl. De gifstoffen van de algen waren vooral verwoestend voor kieuwademhalers zoals vissen en weekdieren zoals mosselen, omdat ze slijmvliezen en fijne bloedvaten kunnen aantasten en afbreken.
De oorzaken van de ramp zijn echter door de mens veroorzaakt. Door stuwen zijn rivieren veranderd in praktisch staande wateren, waardoor ze de ideale habitat voor algen zijn. De verdere uitbreiding van de vaarweg ondanks de droogte aan Poolse kant verslechterde de levensomstandigheden in de rivier verder. Door baggeren wordt sediment, nutriënten en vaak verontreinigde locaties zoals kwik opgedreven.
De Oder is slechts één voorbeeld van de steeds afnemende veerkracht van onze rivieren. Tegenwoordig zijn er geen uiterwaarden en zijrivieren zoals hoefijzervormige meren, die, als een beschermend toevluchtsoord, het rivierleven in staat stellen om dergelijke vissterfte te overleven. De catastrofe moet daarom een kans zijn om rivieren snel meer leefruimte te geven.