Waarom groot aas steeds populairder wordt

Het gericht vissen op snoek met rubber aas van meer dan 20 cm heeft de afgelopen jaren een revolutie teweeggebracht als nooit tevoren. Moritz Schulz (Quantum Specialist) legt in de volgende regels uit waarom dat zo is en wat erbij hoort.

Waarom groot aas?

Veel vissers geloven nog steeds dat kleiner aas kan worden gebruikt om meer snoek te vangen. Dit hangt natuurlijk altijd af van de huidige omstandigheden, de seizoenen, het water en nog veel meer. Na vele jaren van proberen en testen, zijn we tot de conclusie gekomen dat een groot aas hetzelfde aantal snoeken en zelfs veel meer grote snoeken zal produceren over een lange periode. Het is inmiddels gemeengoed geworden om gericht op de grote snoekdame te jagen, want op de een of andere manier droomt ieder van ons van gigantische snoeken.

Grote snoeken moeten elke dag een bepaalde hoeveelheid energie verbruiken. Hoe groter de snoek, hoe meer hij moet eten. Om effectief te jagen, zal hij proberen zo min mogelijk energie te verbranden. Dat is de reden waarom de grote prooi vaak de voorkeur heeft - liever één grote vis eten dan vijf kleine vissen.

Hoe presenteer je het aas?

Zoals bij alle andere kunstaasjes, moet alles aangepast worden aan de omstandigheden met het grote aas. Vaak, vooral in de winter, is het langzame, eentonige zwengelen zowat het meest effectief, af en toe een zacht plukken met de hengel en het aas heeft een rustige, verleidelijke run. In diep water kun je lange, langzame sprongen maken over de bodem. Simpel gezegd: luieren met lange sprongen in slow motion. Een lage voorsprong is hier handig.

In de zomer of over het algemeen bij warm weer is precies het tegenovergestelde het geval. Gewichten van meer dan 20 gram kunnen worden gemonteerd in ondiep water op een diepte van een meter. De tour zou er nu snel en pittig moeten uitzien. Het hele ding ziet er in diep water hetzelfde uit, meestal liggen de echt grote snoeken nu in het open water. Geplukt, gerukt, gejaagd of bitchy jigged - alles werkt. Probeer het eens en kijk wat elke dag het beste werkt. Het belangrijkste mag nooit worden vergeten: "het aas moet altijd over de vis lopen". vWaarom? Heel makkelijk! De snoek oriënteert zichzelf naar boven (vanwege zijn lichaamsbouw), dus dit is de enige plaats waar ons aangeboden offer het best wordt waargenomen.

Welke apparatuur?

Niets werkt zonder een lijn en een leider. Lijnen van minimaal 9 kg zijn het beste. Let bij het kopen op het laadvermogen en maak u minder zorgen over de diameter van het snoer - geen enkele fabrikant kan de diameter precies specificeren. Dit komt door het feit dat gevlochten materiaal altijd wordt afgevlakt bij het nemen van metingen. Fabrikanten vergelijken de gevlochten lijn meestal met mono en geven zo de waarschijnlijke diameter aan. Daarom variëren de diameters die op de verpakking staan ​​vaak voor verschillende koorden met hetzelfde draagvermogen.

Voor de leiders geef ik de voorkeur aan harde mono of fluorkoolstof met een dikte van minimaal 0,90 mm. Het is elastisch en kan veel snoeken weerstaan. Bij beschadiging kan ik een klein stukje afsnijden en nogmaals met een klemhuls mijn karabijnhaak inknijpen of zelfs knopen. In ondiep water is het aan te raden om te vissen met een dubbel haaksysteem zoals het Yolo Shad System. Deze systemen zijn zelfs volledig loodvrij te bevissen.

Als het zou moeten werken in diep water vanaf 5 meter, gebruik ik liever de traditionele jigkop met stinger.

De hengel en molen moeten aan de eisen kunnen voldoen zodat er bij een echt goede vis nog een buffer is. Welke hengel en haspel het precies moet zijn, is aan jou.

Probeer het uit en wees succesvol.

Jouw Mori van Team Quantum